Krijg ik het tijdens het huwelijk aan mij geschonken of nagelaten geld terug bij echtscheiding?
Door Eelco Anink
Indien partijen in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd, kan het zijn dat er tijdens het huwelijk door de ene of de andere echtgenoot een schenking of erfenis is ontvangen waarbij de schenker of de erflater heeft bepaald dat die niet in de gemeenschap van goederen zal vallen. Dat noemt men een uitsluitingsclausule. Het onder uitsluitingsclausule verkregen vermogen (erfenissen of schenkingen dus) is in het kader van een echtscheiding vaak onderwerp van discussie.
Indien de ‘uitgesloten’ schenking of erfenis op een gezamenlijke rekening wordt gestort, krijgt die echtgenoot zijn of haar geld dan terug in het kader van de echtscheiding?
Indien onder uitsluitingsclausule verkregen vermogen op een gezamenlijke rekening wordt gestort en niet wordt aangetoond dat het geld aan privévermogen van de erfgenaam of begiftigde ten goede is gekomen, heeft deze in beginsel een vergoedingsrecht op de gemeenschap. Dit sluit aan bij de strekking van de uitsluitingsclausule. De erflater of schenker zal immers tot doel hebben het betreffende vermogen bij echtscheiding te beschermen. Deze leer wordt vaak gevolgd in de rechtspraak (zie o.m. Hof Arnhem-Leeuwarden, Hof Den Haag). Er wordt dus conform deze jurisprudentie niet gekeken waarvoor het geld is aangewend.
Het Hof Den Bosch is evenwel van oordeel dat de besteding van het vermogen wel van invloed is op de omvang van het vergoedingsrecht. De aanwending van onder een uitsluitingsclausule verkregen vermogen voor bijvoorbeeld een luxe vakantie, die zonder die verkrijging niet gemaakt had kunnen worden, is dan vrijwillig gespendeerd. Volgens het Hof Den Bosch moet dit dan gezien worden als een gift waardoor een vergoedingsrecht niet meer op zijn plaats is (de ‘op=op-leer’). Een vergoedingsrecht is dus (volgens Hof Den Bosch) niet vanzelfsprekend wanneer de echtgenoten vanwege een nalatenschap of schenking extra uitgaven doen, die zij anders niet gedaan zouden hebben als zij dit geld niet hadden gehad.
Meer recent nog oordeelde het Hof Den Bosch op 7 november 2017 (ECLI:NL:GHSHE:2017:4752) dat het gegeven dat:
1. het geschonken geld op een gemeenschappelijke rekening van partijen was terechtgekomen;
2. niet meer traceerbaar aanwezig was; en
3. evenmin was komen vast te staan aan welke specifieke uitgaven het was besteed;
het ervoor moest worden gehouden dat de met uitsluiting ontvangen gelden waren geconsumeerd en daarmee opgemaakt aan bestedingen die geen aanleiding gaven tot een vergoedingsrecht. Het hof voegde daar nog aan toe dat gesteld nog gebleken was dat dit anders zou zijn. Het Hof Den Bosch wijkt hiermee dus af van de uitspraken van de meeste rechtbanken en hoven.
Het maakt dus uit waar er in den lande over dit onderwerp wordt geprocedeerd. Totdat de Hoge Raad wordt aangezocht om hierover te oordelen, zullen er dus twee ‘leren’ bestaan.
Over dit onderwerp en de te kiezen strategie bij een echtscheiding is nog veel meer te zeggen. De advocaten van De Boorder kunnen u hierover uitstekend adviseren.